Shotokan
Karate is een eeuwenoude vechtkunst die vanuit China op het eiland Okinawa, ten zuiden van Japan, belandde. Op Okinawa heeft het karate zich verder ontwikkeld. De grondlegger van het Shotokan Karate, Gichin Funakoshi (1868-1957), heeft aan het begin van deze eeuw het karate aangepast aan de moderne tijd en tot bloei gebracht. In 1922 heeft hij het karate in Japan geïntroduceerd. Zijn leerlingen, waarvan Masatoshi Nakayama (1913-1987) de bekendste is, hebben er via de Japanse Karate Associatie (JKA) voor gezorgd dat karate bekendheid kreeg over de hele wereld.
Onderscheidend voor de diverse karate stijlen zijn de diverse kata, een min of meer eigen filosofie en wedstrijd-reglementen. De Federation of All Japan Karatedo Organization erkent vier traditionele stijlen:
Shotokan
Goju-ryu
Shito-ryu
Wado-ryu
In het Shotokan karate zie je traditie, lichaamscultuur (karate als bewegings-kunst), zelfverdediging en sport verenigd, zodat iedereen het kan beoefenen. ‘Karate’ betekent letterlijk lege (kara) hand (te). Dat houdt in dat de beoefenaar geen wapens gebruikt. Karate is van oorsprong een vorm van ongewapende zelfverdediging, waarbij de beoefenaar door middel van afweertechnieken en tegenaanvallen met armen en benen zijn lichaam tot wapen maakt.
Bij het Shotokan Karate ligt de nadruk op de correcte uitvoering en controle van de technieken. Daardoor is de kans op blessures minimaal (veel minder dan bij andere vechtsporten of bijvoorbeeld balsporten). Beheersing van technieken, lichaam en geest zijn belangrijke aspecten waaraan tijdens de training veel aandacht wordt besteed.